Fruit: Punica granatum (Granaatappel)

Algemeen

De granaatappel is een subtropische boom die tot 6 meter hoog wordt en die bloeit met oranje rode bloemen gevolgd door groene vruchten die rijpen naar rood - donkerrood tot bijna zwart. With permission of World Crops Database - Diako1971, Shoku, CC BY-SA 3.0 - With permission of World Crops Database

Opkweken

De granaatappel wordt bij ons als kuipplant opgekweekt. Gebruik kuipplantengrond of een mengsel van 60 % potgrond 30 % grof metselzand en 10% leem. Overwinter de plant van half oktober tot half mei bij 5 - 10°C. ’s Zomers op een beschutte en zonnige plek plaatsen. De granaatappel kan tot 12° vorst verdragen. Bemesten van mei t/m augustus. Vermeerdering door zaaien en stekken. Rassen: Er zijn veel rassen bekend, vaak wordt bij ons aangeboden ‘nana’, een ras dat wordt gekenmerkt door kleinere planten en kleinere vruchten.

Snoeien

De granaatappel behoeft weinig snoei. Dood hout in het voorjaar wegnemen en zo nodig de kroon open houden.

Oogsten

De vruchten worden geoogst wanner ze verkleurd zijn en wanneer hij enigszins metalig klinkt wanneer er op geklopt wordt. De vruchten kunnen bij een temp. Van 0-5 °C maanden bewaard worden. With permission of World Crops Database - With permission of World Crops Database

Gebruik

De vrucht is sappig en smaakt zoetzuur en wordt vaak vers gegeten en van het sap wordt grenadine gemaakt.